Voortgang in Haarlem Noord

Nadat de proeftuin een maand heeft stil gelegen (donkere dagen offensief e.d.) is in januari de draad weer opgepakt. We zijn gestart met terugkijken, waar staan we nu, wat hebben we al bereikt en hoe gaan we verder. 

En wat zijn dan de resultaten die al bereikt zijn? Een opsomming;

• Er is kruisbestuiving ontstaan  tussen wijkagenten en BPZ-ers in het werk;
• Er is beter inzicht in type en frequentie van meldingen en activiteiten;
• Er is beduiden meer  werkplezier. Medewerkers hebben meer  inzicht in resultaten en effecten, en men lost zaken op in plaats van ‘pappen en nathouden’;
• Collega’s zijn weer bezig met de inhoud van het werk, meer met zingeving;
• Er is wekelijks overleg tussen de dagcoördinator, coördinator opsporing en een medewerker van de informatie organisatie.  Dit levert veel inzicht op in zaken die spelen;
• We boeken tijdswinst door nieuwe manier van afhandelen winkeldiefstal, de wijzigingen in de verwerking van  internet-aangifte, vernieuwde afhandeling van de Betekeningen en Executiebevelen, de inbeslagname van bromfiets-rijbewijzen;
• Er is een betere professionele houding ontstaan, de vakman is weer aan het werk.  Men denkt  na over zinvolle(duurzame) afhandeling van zaken. De automatische piloot is er van af!
• Het rechtstreeks spreken met de melder heeft goed gewerkt. Burger voelt zich serieus genomen. Daarmee is de pakkans verhoogd en hebben de collega’s betere info als zij ter plaatse gaan;
• Men is zich al beter bewust van dat zaken ook bij partners belegd kunnen worden. Deze samenwerking moet nog wel verder worden opgebouwd/uitgebouwd;
• Het delen van informatie moet nog wel beter;
• De kwaliteit van de dagrapporten is sterk verbeterd.

Er is inmiddels besloten deze werkwijze verder te brengen: eerst naar de rest van het wijkteam, daarna naar de andere teams in Haarlem waarmee samen straks het robuuste team Haarlem mee gevormd gaat worden. Dit zal op dezelfde wijze gebeuren als in de proeftuin zelf is gebruikt dus door zelf een aantal zaken te ervaren (zoals in de check-fase is gedaan) het vervolgens zelf gaan uitproberen waarbij er steeds feedback sessies worden gehouden. Om dit te realiseren worden de komende weken sessies georganiseerd voor kleine groepjes collega’s, eerst van het eigen team, daarna van de andere teams in Haarlem.

Wat moet er nog verder in Haarlem gebeuren om de nieuwe werkwijze normaal te maken?

• Een moment om casuïstiek te bespreking en  voor te bereiden moet georganiseerd worden, ze denken dat te kunnen doen in- of aansluitend aan de briefing
• Om BPZ-ers en wijkagenten samen te laten werken moeten deze ook gezamenlijk ingepland worden.
• De rol van de leidinggevende wordt nu cruciaal, van meer sturend naar vooral coachend
• Omdat nog niet voor iedereen helemaal duidelijk is wat in de nieuwe werkwijze de rol van de wijkagent is moet dit helder gecommuniceerd worden door de leiding (kan op basis van wat in het referentiekader GGP staat)
• Het team moet beschikking hebben over een creatieve operationeel analist. Deze moet bijvoorkeur vanuit het districtelijk informatiepunt komen maar is deze niet beschikbaar dan gaat het team in eigen geledingen zoeken.
• Beter zicht krijgen op adressen en personen die herhaaldelijk in  meldingen zitten 

In februari zal de rest van het team Haarlem Noord op de nieuwe werkwijze overgaan, daarna de rest.